Inhoud.
Is
onderverdeeld:
1 Inleiding.
2 Uitgangspunt.
3 Samenvatting.
4 Onderbouwing.
5 Bijlagen.
1 Inleiding.
Zie module:
o
Inleiding.
Deze module
gaat in op:
o
Wereld
volgens begrensd vs. onbegrensd (klein) individu.
Het betreft een
gedachte-experiment.
2 Uitgangspunt.
Niet van
toepassing.
3 Samenvatting.
Is
onderverdeeld:
1 Algemeen.
2 Conclusie.
3.1 Algemeen.
Schematisch
weergegeven:
Voor het zijnde
geldt: is 5D en bestaat uit een lege hyperkubus dat een gevulde hyperkubus omsluit.
Voor grootte lege hyperkubus
geldt: is ϗ.
Voor grootte gevulde
hyperkubus geldt: is ß.
Voor 5D
hyperkubus geldt: is zowel gevuld als leeg.
Toelichting:
o Voor het buitenste deel (geest)
geldt: is leeg.
o Voor het binnenste deel (4D
hyperkubus) geldt: is gevuld.
Voor 4D
deel hyperkubus geldt: is uitsluitend gevuld.
Toelichting:
o Voor het buitenste deel (geest)
geldt: is massief.
o Voor het binnenste deel
(3D heelal) geldt: is hol.
Afbeelding 4D
hyperkubus:
3.2 Conclusies.
Niet van
toepassing.
4 Onderbouwing.
ß = Begrensd(e).
ϗ = Onbegrensd(e).
gbi = Gezien van binnenuit.
gbu = Gezien van buitenaf.
PD = PlanckDeeltje.
RG = Ruimte-Gevuld.
RL = Ruimte-Leeg.
…a
= Als waar is.
…i
= Is ook waar.
1a Voor individu X geldt: is de mens dat leeft in het grootst geheel.
Toelichting:
o
Waarneming
van zowel X als Y vindt vanuit heelal plaats.
o
o
1.1a Voor wetenschappelijk
gedachtenexperiment NW in deze module geldt: oorspronkelijk uitgangspunt is wél
falsifieerbaar.
o
1.2i Voor filosofisch
gedachtenexperiment NW in deze module geldt: oorspronkelijk uitgangspunt is niét
falsifieerbaar
o
o
1.3a Voor halfrechte geldt: is ϗ
geheel.
Toelichting:
·
Is
het heelal (gbi).
o
1.4i Voor lijnstuk geldt: is ß
geheel.
Toelichting:
·
Is
PD (gbu).
2i Voor individu Y geldt: is een punt dat leeft in het kleinst geheel.
3a Voor individu X geldt: stapgrootte is ß.
Toelichting:
o
Betreft
het wandelen over halfrechte als ϗ geheel.
4i Voor individu Y geldt: stapgrootte is ϗ
(klein).
Toelichting:
o
Betreft
het wandelen over een lijnstuk als ß geheel.
5a Voor individu X met ß
stapgrootte geldt: aantal stappen tot einde geheel is ϗ.
Toelichting:
o
ϗ
aantal * ß afstand = ϗ afstand.
6i Voor individu Y met ϗ (kleine)
stapgrootte geldt: aantal stappen tot einde geheel is ϗ.
Toelichting:
o
ϗ
aantal * ϗ afstand = ß afstand.
o
Voor
NW geldt: ϗ getal * 0 ≠ 0.
o
Volgens
axioma’s van Peano - Dedekind geldt: ϗ getal * 0 = 0.
o
Volgens
axioma’s van Peano - Dedekind geldt: ϗ afstand kan zichzelf verlengen.
o
Voor
wiskunde geldt: er is geen behoefte aan definitie meetkundige lijn.
6a Voor individu Y met ϗ (kleine) stapgrootte
geldt: aantal stappen tot einde geheel is ϗ.
7i Voor individu Y met ϗ (kleine) stapgrootte
geldt: is ϗ.
7a Voor individu Y met ϗ (kleine)
stapgrootte geldt: is ϗ.
8i Voor individu X met ß
stapgrootte geldt: is ϗ.
9a Voor individu X geldt: is hol.
Toelichting:
o
9.1a Voor hol geldt: is wat niét geheel uit zichzelf bestaat.
o
9.2i Voor massief
geldt: is wat wél geheel uit
zichzelf bestaat.
10i Voor individu Y geldt: is massief.
10a Voor individu Y geldt: is massief.
2a Voor individu Y geldt: is een punt dat
leeft in het kleinst geheel.
7a Voor individu Y met ϗ (kleine)
stapgrootte geldt: is ϗ.
11i Voor kleinst abstract massieve (punt) (gbi)
geldt: is ϗ^2.
Toelichting:
o
Het
betreft een punt dat onbegrensd is verkleind.
o
o
11.1a Voor grootst concreet
gevuld geheel (heelal) geldt: heeft zowel een in- als uitwendige [door AI
gevalideerde module ‘Antimaterie vs. Materie’].
o
11.2i Voor kleinst abstract
gevuld geheel (punt) geldt: heeft zowel een in- als uitwendige.
11a Voor kleinst abstract
massieve (punt) (gbi) geldt: is ϗ^2.
12i Voor grootst
concreet holle (heelal)
(gbi) geldt: is ϗ^1.
11a Voor kleinst abstract massieve (punt) (gbi) geldt: is ϗ^2.
13i Voor kleinst abstract massieve (punt) (gbu) geldt: is ϗ^1.
13a Voor kleinst
abstract massieve
(punt) (gbu) geldt: is ϗ^1.
14i Voor grootst
concreet holle (heelal)
(gbu) geldt: is ß.
15a Voor kleinst abstract
massieve (punt) (gbu) geldt: is RG.
Toelichting:
o
15.1a Voor grootst concreet
holle (heelal) (gbi) geldt: is RG.
Toelichting:
·
Voor
RG geldt: is het ontbreken van RL.
o
15.2i Voor kleinst abstract
massieve (punt) (gbu) geldt: is RG.
Toelichting:
·
Voor
RL teruggebracht tot onbegrensd klein geldt: is RG (al het lege is er uit).
o
o
15.1a Voor grootst concreet
holle (heelal) (gbi) geldt: is RG.
o
15.3i Voor kleinst abstract
massieve (punt) (gbi) geldt: is RL.
o
o
15.1a Voor grootst concreet holle
(heelal) (gbi) geldt: is RG.
o
15.4i Voor grootst abstract massieve
(lijnstuk) (gbi) geldt: is RG.
o
o
15.1a Voor grootst concreet
holle (heelal) (gbi) geldt: is RG.
o
15.5i Voor kleinst abstract
holle (3D meetkundige bol) (gbi) geldt: is RG.
o
o
15.1a Voor grootst concreet
holle (heelal) (gbi) geldt: is RG.
o
15.6i Voor grootst abstract
holle (3D meetkundige kubus) (gbu) geldt: is RG.
o
o
15.1a Voor grootst concreet holle
(heelal) (gbi) geldt: is RG.
o
15.7i Voor grootst concreet massieve
(geest) (gbi) geldt: is RL.
o
o
15.1a Voor grootst concreet holle
(heelal) (gbi) geldt: is RG.
o
15.8i Voor grootst concreet massieve
(laag om heelal) (gbu) geldt: is RG.
o
o
15.1a Voor grootst concreet holle
(heelal) (gbi) geldt: is RG.
o
15.9i Voor kleinst concreet holle
(subatomair deeltje) (gbu) geldt: is RG.
o
o
15.9a Voor kleinst concreet holle
(subatomair deeltje) (gbu) geldt: is RG.
o
15.10i Voor kleinst concreet massieve
(Natuurdeeltje/ Planckdeeltje) (gbi subatomair deeltje) geldt: is
RG.
o
o
15.11a Voor kleinst concreet massieve
(Natuurdeeltje/ Planckdeeltje) (gbu) geldt: is 1E-35 m.
o
15.12i Voor grootst concreet massieve
(laag om heelal) geldt: is 1E+35 m.
o
o
15.12a Voor grootst concreet massieve (laag om
heelal) geldt: is 1E+35 m.
o
23.i Voor
grootst concreet massief RL (geest) (gbi) geldt: is ϗ.
o
15.13i Voor grootst concreet massieve (RL) geldt: is
ϗ*1E+35 m.
16i Voor grootst concreet
holle (heelal) (gbi) geldt: is RG.
16a Voor grootst concreet holle (heelal) (gbi)
geldt: is RG.
9a Voor individu X geldt: is
hol.
10a Voor individu Y geldt: is massief.
17i Voor kleinst abstract massieve (punt) (gbu)
geldt: is omsloten door RG.
17a Voor kleinst abstract
massieve (punt) (gbu) geldt: is omsloten door RG.
18i Voor grootst concreet
holle (heelal) (gbi) geldt: is omsloten door RG.
18a Voor grootst concreet holle (heelal) (gbi)
geldt: is omsloten door RG.
19a Voor tegenpool grootst hol RG geldt: is
grootst massief RG.
20i Voor grootst concreet hol RG (heelal) (gbi)
geldt: is omsloten door grootst massief RG.
20a Voor grootst concreet hol RG (heelal) (gbi)
geldt: is omsloten door grootst massief RG.
21a Voor iets concreets van ϗ grootte geldt: kan
uitsluitend iets concreets van ß grootte omsluiten.
22i Voor grootst concreet hol RG (heelal) (gbu)
geldt: is ß.
22a Voor grootst concreet hol RG
(heelal) (gbu) geldt: is ß.
23i Voor grootst concreet massief RL (geest) (gbi) geldt: is ϗ.
Toelichting:
o
Is Eob.
o
o
23.1a Voor definiëren van tijd en ruimte geldt: is
een geestelijke activiteit.
o
23.2a Eob als
geest geldt: is wetenschappelijk bewezen (door AI gevalideerd in module ‘Godsbewijs
- Benadering 1’ en ‘Godsbewijs - Benadering 2’).
o
23.3a Voor
heelal geldt: alles is in beweging.
o
23.4a Voor
mate van beweging (lichtsnelheid) geldt: is natuurafstand (Planckafstand)/
natuurtijd (Plancktijd).
o
23.5i Voor
Eob geldt: Heeft naast de centrale natuurwet ook de natuurafstand en -tijd
gedefinieerd.
23a Voor grootst concreet massief RL (geest) (gbi) geldt: is ϗ.
15.8a Voor grootst concreet massieve
(laag om heelal) (gbu) geldt: is RG.
20a Voor grootst concreet hol RG (heelal) (gbi)
geldt: is omsloten door grootst massief RG.
24i Voor het zijnde geldt: is 5D en bestaat uit
een lege hyperkubus dat een gevulde hyperkubus omsluit.
24a Voor het zijnde geldt: is 5D en bestaat uit
een lege hyperkubus dat een gevulde hyperkubus omsluit.
23a Voor grootst concreet massief RL (geest) (gbi) geldt: is ϗ.
25i Voor grootte lege
hyperkubus geldt: is ϗ.
25a Voor grootte lege hyperkubus geldt:
is ϗ.
26i Voor grootte
gevulde hyperkubus geldt: is ß.
24a Voor het zijnde geldt: is 5D en bestaat uit
een lege hyperkubus dat een gevulde hyperkubus omsluit.
15.8a Voor grootst concreet massieve (laag om
heelal) (gbu) geldt: is RG.
23a Voor grootst concreet massief RL (geest)
(gbi) geldt: is ϗ.
27i Voor 5D hyperkubus geldt: is zowel gevuld
als leeg.
15.7a Voor grootst concreet massieve (geest) (gbi)
geldt: is RL.
28.i Voor buitenste deel (geest) van 5D hyperkubus
geldt: is leeg.
28a Voor buitenste deel (geest) van
5D hyperkubus geldt: is leeg.
29i Voor binnenste deel (5D
hyperkubus) geldt: is gevuld.
27a Voor 5D hyperkubus geldt: is zowel
gevuld als leeg.
15.8a Voor grootst concreet massieve (laag om
heelal) (gbu) geldt: is RG.
30i Voor 4D hyperkubus geldt: is uitsluitend
gevuld.
15.8a Voor grootst concreet massieve (laag om heelal)
(gbu) geldt: is RG.
31i Voor buitenste deel (geest) van 4D
hyperkubus geldt: is massief.
31a Voor buitenste deel (geest) van
4D hyperkubus geldt: is massief.
32i Voor binnenste deel (3D
heelal) van 4D hyperkubus geldt: is hol.
5 Bijlagen.
Geen.