Inhoud.

Is onderverdeeld:

1 Inleiding.

2 Uitgangspunt.

3 Samenvatting.

4 Onderbouwing.

5 Bijlagen.

1 Inleiding.

Zie module:

o Inleiding.

Deze module gaat in op:

o Ruimte.

Het betreft een algemene beschouwing.

2 Uitgangspunt.

Niet van toepassing.

3 Samenvatting.

Is onderverdeeld:

1 Algemeen.

2 Conclusie.

3.1 Algemeen.

Niet van toepassing.

3.2 Conclusie.

Niet van toepassing.

4 Onderbouwing.

Ruimte is iets dat gevuld of leeg is. In het begin was er uitsluitend lege ruimte. Lege ruimte heeft dan ook een onbegrensde omvang. Lege ruimte is ook onbegrensd met zichzelf samengevoegd. Vanuit lege ruimte is de Natuurwet uitgevaardigd. Het uitvaardigen van wetten is een geestelijke activiteit. Lege ruimte is dan ook ondoorgrondelijke geest.

Vanuit lege ruimte is het kleinst begrensde afstand gedefinieerd (= 1E+35 m). Dit omdat de kleinst begrensde afstand zowel in het domein van de lege – als in de gevulde ruimte voorkomt. Ook het definiëren van iets is een geestelijke activiteit. De Planckafstand is dan ook exact i.p.v. globaal.

Nadat de Natuurwet is uitgevaardigd, vereist lege ruimte onbegrensd^4 kubusvormig lege delen. Elk deel vereist een onbegrensd klein deel dat leeg is. Wanneer gevulde ruimte tot het onbegrensde is verkleind ontstaat iets dat leeg is (al het gevulde is verdwenen), ofwel een meetkundige punt. Er ontstaat dan ook onbegrensd^4 punten. De punten vormen een Planckdeeltje dat onbegrensd met zichzelf is samengevoegd.

Gedurend één Plancktijd vormt het deeltje zich om in een kubusvormige zeepbel ter grootte van 1E+35 m. De zeepbel is uitwendig omsloten door lege ruimte. Vanuit het vlies (bestaand uit onbegrensd^4 punten) wordt een begrensd met zichzelf samengevoegd Planckdeeltje met ladingpolariteit(+én-) onttrokken. Het Planckdeeltje bevat onbegrensd^3 punten en ontmantelt zich in Planckdeeltjes(+óf-). De deeltjes verplaatsen zich rechtlijnig met de lichtsnelheid in alle richtingen.

Vanuit het vlies wordt periodiek een begrensd aantal Planckdeeltjes onttrokken. Deze hebben ladingpolariteit(+én-). Ze vormen met Planckdeeltjes(+óf-) de verschillende soorten subatomaire deeltjes (dit doordat de Planckdeeltjes(+óf-) vanuit een rechtlijnige beweging overgaan in een cirkelvormige beweging. E=mc^2 is hier het gevolg van. Er ontstaan subatomaire deeltjes. De subatomaire deeltjes nemen bewegingsenergie op waardoor ze een snelheid verkrijgen die kleiner is dan de lichtsnelheid. Een subatomair deeltje bestaat uit één, twee of drie Planckdeeltjes die draaien rondom Planckdeeltjes als centrum.

Planckdeeltjes met ladingpolariteit(+óf-) hebben heeltallige spin(+óf-) en kan worden beschouwd als lichaam. Planckdeeltjes(+én-) hebben geen spin en kan worden beschouwd als geest. Subatomaire deeltjes in het onzichtbare domein (donkere materie) hebben tegengestelde spinpolariteit. Er is geen wisselwerking tussen zichtbare en donkere materie. Beide soorten materie kunnen elkaar dan ook doorkruisen.

Verdieping.

Onbegrensd getal * 0 # 0 (i.p.v. = 0). Het kan elk begrensd getal zijn. Voor getal = 0 geldt: is gekoppeld aan middelpunt cartesisch coördinatenstelsel. Voor onbegrensd aaneengeschakeld aantal punten geldt dan ook: is een meetkundig lijnstuk van elk denkbaar begrensde lengte.

Wél parallel onbegrensde aaneenschakeling van lijnstukken leidt tot een vierkant vlak. Wél parallel onbegrensde aaneenschakeling van vierkante vlakken leidt tot een massieve kubus. Niét parallel onbegrensde aaneenschakeling van lijnstukken leidt tot een cirkelvormig vlak. Niét parallel onbegrensde aaneenschakeling van cirkelvormig vlakken leidt tot een massieve bol.

De massieve objecten bevatten onbegrensd^3 punten. Een onbegrensd met zichzelf samengevoegd object bevat dan ook onbegrensd^4 punten.

5 Bijlagen.

Geen.