Inhoud.

                                                                 

Is onderverdeeld:

1      Inleiding.

2      Uitgangspunt.

3      Samenvatting.

4      Onderbouwing.

5      Bijlagen.

 

1  Inleiding.

 

Zie module:

o   Inleiding.

 

Deze module gaat in op:

o   PD - NKVR vs. WKVR.

 

2  Uitgangspunt.

    

Niet van toepassing.

 

3  Samenvatting.

 

Is onderverdeeld:

1      Algemeen.

2      Conclusie.

 

3.1    Algemeen.

 

Voor PD(+óf-) geldt: is NKVR; is het uitwendige deel van SD.

Voor PD(+én-) geldt: is WKVR; is het inwendige deel van SD.

 

Voor PD(+én-) geldt: is drager van geestkracht.

Toelichting:

o   Voor PD(+én-) drager van geestkracht geldt: is bijvoorbeeld bron van kleurlading binnen hadron.

 

3.2    Conclusies.

 

Niet van toepassing

 

4  Onderbouwing.

 

(+én-)    = +, - is ruimtelijk samengevoegd (wél neutraal).

(+óf-)     = +, - is ruimtelijk gescheiden (niét neutraal).

NKVR    = Niét KrachtVoeRend.

WKVR   = Wél KrachtVoeRend.

E            = Enkelvoudig (bestaat uit één soort subatomair deeltje).

S            = Samengesteld (bestaat uit meerdere soorten subatomair deeltje).

L=G       = Lading is Gebrokentallig.

L=H       = Lading is Heeltallig.

S=G       = Spin is Gebrokentallig.

S=H       = Spin is Heeltallig.

PD         = PlanckDeeltje (gsr ~ md=3D ~ kßx ~ H).

SD         = Subatomair Deeltje.

 

…a    = Als waar is.

…i     = Is ook waar.

 

1a      Voor PD(+én-) geldt: is E; heeft L=H; heeft S=H.

2a      Voor PD(+óf-) geldt: is E; heeft L=H; heeft S=H.

3i      Voor PD geldt: is E; heeft L=H; heeft S=H.

         Toelichting:

o   3.1a     Voor SD met kenmerk ‘(+én-)/(+óf-)’, ‘NKVR/WKVR’, ‘L=G/H’, ‘S=G/H’, ‘E/S’ geldt: weerspiegelt verzameling met predicaat ‘Compleet’ [door AI gevalideerde module ‘SD - Fundamentele kenmerken’].

o   3.2a     Voor E geldt: door AI gevalideerde module ‘PD – Samenstelling’.

o   3.3a     Voor L=H geldt: door AI gevalideerde module ‘PD - Lading, Spin’.

o   3.4a     Voor S=H geldt: door AI gevalideerde module ‘PD - Lading, Spin’.

o   3.5i      Voor PD als gedeelte van SD geldt: kenmerk ‘(+én-)/(+óf-)’, ‘E’, ‘L=H’, ‘S=H’ is element uit verzameling ‘Compleet’ van ‘SD- Fundamentele kenmerken’.

 

4a     Voor lepton(+én-) als SD geldt: is E; is NKVR; heeft L=H; heeft S=G.

5a     Voor lepton(+óf-) als SD geldt: is E; is NKVR; heeft L=H; heeft S=G.

6a     Voor Z-boson(+én-) als SD geldt: is E; is WKVR; heeft L=H; heeft S=H.

7a     Voor W, X17-boson(+óf-) als SD geldt: is E; is WKVR; heeft L=H; heeft S=H.

8a     Voor baryon(+én-) als SD geldt: is S; is NKVR; heeft L=H; heeft S=G.

9a     Voor baryon(+óf-) als SD geldt: is S; is NKVR; heeft L=H; heeft S=G.

10a   Voor meson(+én-) als SD geldt: is S; is NKVR; heeft L=H; heeft S=H.

11a   Voor meson(+óf-) als SD geldt: is S; is NKVR; heeft L=H; heeft S=H.

12a   Voor quark(+óf-) als SD geldt: is E; is NKVR; heeft L=G; heeft S=G.

13a   Voor Higgs-boson(+én-) als SD geldt: is E; is NKVR; heeft L=H; heeft S=H.

14a   Voor Higgs-boson(+óf-) als SD geldt: is E; is NKVR; heeft L=H; heeft S=H.

15a   Voor foton(+én-), gluon(+én-) als SD geldt: is E; is WKVR; heeft L=H; heeft S=H.

16i    Voor SD ~ E/S ~ L=G/H ~ S=G/H geldt: is zowel NKVR als WKVR.

 

16a   Voor SD ~ E/S ~ L=G/H ~ S=G/H geldt: is zowel NKVR als WKVR.

3a     Voor PD geldt: is E; heeft L=H; heeft S=H.

17i    Voor PD ~ E ~ L=H ~ S=H geldt: is zowel NKVR als WKVR.

 

18a   Voor PD(+óf-) als uitwendig deel van SD geldt: is NKVR.

19i    Voor PD(+óf-) geldt: is NKVR; is het uitwendige deel van SD.

          Toelichting:

o   19.1a  Voor PD(+óf-) als uitwendige deel van SD geldt: is (gezien van buitenaf) overal tegelijk aanwezig [door AI gevalideerde module ‘PD - Aanwezigheid binnen stelsel’].

o   19.2a  Voor bijvoorbeeld elektron geldt: heeft 1 PD(-) rondom 1 PD(+én-) als centrum.

o   19.3i    Voor bijvoorbeeld positron geldt: heeft 1 PD(+) rondom 1 PD(+én-) als centrum.

o    

o   19.3a  Voor bijvoorbeeld positron geldt: heeft 1 PD(+) rondom 1 PD(+én-) als centrum.

o   19.2a  Voor bijvoorbeeld elektron geldt: heeft 1 PD(-) rondom P1 D(+én-) als centrum.

o   19.4i    Voor bijvoorbeeld elektron-neutrino geldt: heeft zowel één 1 PD(+) als 1 PD(-) rondom 2 PD(+én-) als centrum.

Toelichting:

·       Leidt tot neutraal SD als resultante van PD(+) en PD(-).

o    

o   19.1a  Voor PD(+óf-) als uitwendige deel van SD geldt: is (gezien van buitenaf) overal tegelijk aanwezig [door AI gevalideerde module ‘PD - Aanwezigheid binnen stelsel’].

o   19.5a  Voor bijvoorbeeld up-quark (+2/3 Q) geldt: heeft 2 PD(+) en 1 PD(-) rondom 3 PD(+én-) als centrum (tegengestelde lading is niét verrekend) [door AI gevalideerde module ‘Quark - Verrekening van lading’].

o   19.6i    Voor bijvoorbeeld down-quark (-1/3 Q) geldt: heeft 2 PD(-) en 1 PD(+) rondom 3 PD(+én-) als centrum (tegengestelde lading is wél verrekend) [door AI gevalideerde module ‘Quark - Verrekening van lading’].

 

19a   Voor PD(+óf-) geldt: is NKVR; is het uitwendige deel van SD.

17a   Voor PD ~ E ~ L=H ~ S=H geldt: is zowel NKVR als WKVR.

20i    Voor PD(+én-) geldt: is WKVR; is het inwendige deel van SD.

 

20a   Voor PD(+én-) geldt: is WKVR; is het inwendige deel van SD.

21a   Voor PD(+én-) geldt: heeft L=0; heeft S=0 [door AI gevalideerde module ‘PD - Lading, Spin’].

22a   Voor lege ruimte (geest) als bron van centrale natuurwet geldt: heeft L=0; heeft S=0.

23i    Voor PD(+én-) geldt: is drager van geestkracht.

         Toelichting:

o   23.1a Voor PD(+én-) drager van geestkracht geldt: is bijvoorbeeld bron van kleurlading binnen hadron.

 

5  Bijlagen.

 

Geen