Inhoud.

                                                                 

Is onderverdeeld:

1      Inleiding.

2      Uitgangspunt.

3      Samenvatting.

4      Onderbouwing.

5      Bijlagen.

 

1  Inleiding.

 

Zie module:

o   Inleiding.

 

Deze module gaat in op:

o   Leven – Met vs. Zonder geweten.

Voor geweten geldt:

o   Is belastbaar.

o   Maakt deel uit van bewustzijn.

 

Voor bewustzijn geldt: is geest.

Voor geest geldt: is niét te doorgronden.

Voor belast geweten geldt: komt bij vlagen in meer of mindere mate tot uitdrukking (kan tot zelfdoding leiden).

 

2  Uitgangspunt.

    

Niet van toepassing.

 

3  Samenvatting.

 

Is onderverdeeld:

1      Algemeen.

2      Conclusie.

 

3.1    Algemeen.

 

Voor virus geldt: is leven.

Voor wél leven volgens de Gulden Regel geldt: kan niét het geweten belasten.

Voor uitsluitend de mens geldt: evolueert niét.

Voor de mens geldt: is geen dier.

Voor de mens geldt: ‘goed’ en ‘verkeerd’ is ruimtelijk samengevoegd.

 

3.2    Conclusie.

 

Niet van toepassing.

 

4  Onderbouwing.

 

…a    = Als waar is.

…i     = Is ook waar.

 

1a     Voor het dode geldt: bevat niét erfelijk materiaal.

2i      Voor het levende geldt: bevat wél erfelijk materiaal.

         Toelichting:

o   2.1a    Voor bacterie geldt: erfelijk materiaal is uitsluitend DNA.

o   2.2a    Voor bacterie en virus geldt: is elkaars tegenpool [door AI gevalideerde module ‘Bacterie vs. Virus’].

o   2.3a    DNA en RNA geldt: is elkaars tegenpool [door AI gevalideerde module ‘DNA vs. RNA’].

o   2.4a    Voor Herpesvirus geldt: erfelijk materiaal is DNA.

o   2.5i      Voor virus geldt: erfelijk materiaal is zowel DNA als RNA (in de zin van (het komt beide voor’).

Toelichting:

·       2.5.1a    Voor sommige bacteriofaag als virus geldt: erfelijk materiaal is RNA”.

·       2.5.2a    Voor Herpesvirus geldt: erfelijk materiaal is DNA.

·       2.5.3i Voor virus geldt: erfelijk materiaal is zowel DNA als RNA (in de zin van (het komt beide voor’).

o    

o   2.5a    Voor virus geldt: erfelijk materiaal is zowel DNA als RNA (in de zin van (het komt beide voor’).

o   2.1a    Voor bacterie geldt: erfelijk materiaal is uitsluitend DNA.

o   2.6i      Voor zowel bacterie als virus geldt: bevat erfelijk materiaal.

o    

o   2.7a    Voor ‘leven’ (levende materie) geldt: bevat wél erfelijk materiaal.

o   2.8i      Voor ‘dood’ (dode materie) geldt: bevat niét erfelijk materiaal.

o    

o   2.7a    Voor ‘leven’ (levende materie) geldt: bevat wél erfelijk materiaal.

o   2.6a    Voor zowel bacterie als virus geldt: bevat erfelijk materiaal.

o   2.9i      Voor ‘leven’ (levende materie) geldt: is zowel bacterie als virus.

o    

o   2.9a    Voor ‘leven’ (levende materie) geldt: is zowel bacterie als virus.

o   2.10i    Voor virus geldt: is leven.

o    

o   2.10a  Voor virus geldt: is leven.

o   2.11a  Voor virus in directe relatie tot mens geldt: Is uitsluitend verkeerd [door AI gevalideerde module ‘Bacterie vs. Virus’].

o   2.12a  Voor mens geldt: bevat virussen.

o   2.13a  Voor mens geldt: bevat goede bacteriën.

o   2.14i    Voor mens geldt: ‘goed’ en ‘verkeerd’ is ruimtelijk samengevoegd.

o    

o   2.14a  Voor mens geldt: ‘goed’ en ‘verkeerd’ is ruimtelijk samengevoegd.

o   2.15a  Voor mens geldt: is leven.

o   2.16i    Voor leven geldt: ‘goed’ en ‘verkeerd’ is ruimtelijk samengevoegd.

o    

o   2.16a  Voor leven geldt: ‘goed’ en ‘verkeerd’ is ruimtelijk samengevoegd.

o   2.17a  Voor onmogelijkheid van buitenaards leven geldt: is op wetenschappelijke wijze onomstotelijk bewezen [door AI gevalideerde module ‘Leven – Buitenaards’].

o   2.18i    Voor leven in heelal geldt: ‘goed’ en ‘verkeerd’ is ruimtelijk samengevoegd.

o    

o   2.18a  Voor leven in heelal geldt: ‘goed’ en ‘verkeerd’ is ruimtelijk samengevoegd.

o   2.19i    Voor leven geldt: weerspiegelt zowel het goede als verkeerde.

o    

o   2.19a  Voor leven geldt: weerspiegelt zowel het goede als verkeerde.

o   2.20i    Voor wél leven volgens de Gulden Regel geldt: is het goede.

o    

o   2.20a  Voor wél leven volgens de Gulden Regel geldt: is het goede.

o   2.21i    Voor niét leven volgens de Gulden Regel geldt: is het verkeerde.

o    

o   2.21a  Voor niét leven volgens de Gulden Regel geldt: is het verkeerde

o   2.22i    Voor niét leven volgens de Gulden Regel geldt: kan wél het geweten belasten.

o    

o   2.22a  Voor niét leven volgens de Gulden Regel geldt: kan wél het geweten belasten.

o   2.23a  Voor wél leven volgens de Gulden Regel geldt: kan niét het geweten belasten.

 

2a     Voor het levende geldt: bevat wél erfelijk materiaal.

3a     Voor erfelijk materiaal geldt: is omsloten door een behuizing.

4a     Voor uitsluitend zelfstandig geheel van één behuizing met erfelijk materiaal geldt: is enkelvoudig leven.

5i      Voor enkelvoudig leven geldt: is zelfstandig geheel van één behuizing met erfelijk materiaal.

 

5a     Voor enkelvoudig leven geldt: is zelfstandig geheel van één behuizing met erfelijk materiaal.

6i      Voor samengesteld leven geldt: is zelfstandig geheel van meerdere behuizingen met erfelijk materiaal.

 

7a     Voor samengesteld leven geldt: heeft zowel niét als wél een geweten.

         Toelichting:

o   7.1a    Voor regenworm geldt: is een soort samengesteld leven zonder een geweten.

o   7.2a    Voor mens geldt: is een soort samengesteld leven met een geweten.

o   7.3i      Voor samengesteld leven geldt: heeft zowel niét als wél een geweten.

8a     Voor bijvoorbeeld bacterie als enkelvoudig leven geldt: heeft niét een geweten.

9i      Voor enkelvoudig leven geldt: heeft uitsluitend niét een geweten.

 

9a     Voor enkelvoudig leven geldt: heeft uitsluitend niét een geweten.

7a     Voor samengesteld leven geldt: heeft zowel niét als wél een geweten.

10i    Voor meerdere soorten leven geldt: heeft niét een geweten.

 

10a   Voor meerdere soorten leven geldt: heeft niét een geweten.

11i    Voor één soort leven geldt: heeft wél een geweten.

         Toelichting:

o   10.1a  Voor leven zónder geweten geldt: evolueert wél.

o   10.2i    Voor leven mét geweten geldt: evolueert niét.

o    

o   10.2a  Voor leven mét geweten geldt: evolueert niét.

o   10.3a  Voor de mens geldt: is leven mét geweten.

o   10.4i    Voor de mens geldt: evolueert niét.

o    

o   10.5a  Voor stelling 10.5a geldt: = 11i.

o   10.6i    Voor één soort leven geldt: heeft wél een geweten.

o    

o   10.6a  Voor één soort leven geldt: heeft wél een geweten.

o   10.4a  Voor de mens geldt: evolueert niét.

o   10.7i    Voor uitsluitend de mens geldt: evolueert niét.

 

11a   Voor één soort leven geldt: heeft wél een geweten.

12a   Voor mens geldt: is een soort samengesteld leven met een geweten.

13i    Uitsluitend de mens heeft een geweten.

 

13a   Uitsluitend de mens heeft een geweten.

8a     Voor bijvoorbeeld regenworm als dier geldt: is een soort samengesteld leven zonder een geweten.

11a   Voor één soort leven geldt: heeft wél een geweten.

14i    Voor de mens geldt: is geen dier.

    

5  Bijlagen.

 

Geen.